Wat is de functie van het hart?
Het hart is een orgaan dat bloed rondpompt in het lichaam. Het hart weegt zo’n 300 gram en is ongeveer zo groot als twee vuisten bij elkaar. Het hart groeit mee met het lichaam: bij een kind is het hart slechts zo groot als een enkele vuist.
Per minuut zorgt het hart ervoor dat er zo’n vier tot vijf liter rondgepompt wordt door het lichaam. Dit gebeurt door een samenspel van de samentrekkende spieren van het hart en de hartkleppen. Dit is een belangrijke functie, want in het bloed zitten zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen in het lichaam. Bij een zware inspanning hebben de spieren meer zuurstof en dus bloed nodig. Om dat te bewerkstelligen, gaat het hart sneller kloppen.
Welke klachten komen voort uit een slecht werkend hart?
Wanneer het hart minder goed werkt, dan spreken we van hartfalen. Het hart is dan minder goed in staat om zijn functie uit te voeren, namelijk het rondpompen van bloed door het lichaam. Zoals we eerder al noemden, wordt bloed rondgepompt om zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren en organen in het lichaam te brengen. Als het bloed niet goed rondgepompt kan worden doordat het hart niet goed werkt, dan betekent dit dus dat de spieren en organen niet voldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgen. Dit kan verschillende klachten tot gevolg hebben.
Er zijn drie soorten klachten die het meest voorkomen bij mensen die last hebben van hartfalen. Als eerste is er kortademigheid. Dit uit zich in sneller buiten adem zijn dan normaal, bijvoorbeeld na het beklimmen van een trap of na een stukje rennen. Met hartfalen kunt u zich ook sneller dan normaal vermoeid voelen. Een paar maanden geleden voelde u zich niet zo snel moe, of u voelt zich sneller moe dan mensen van dezelfde leeftijd. Tenslotte kunt u merken dat u meer vocht vasthoudt dan normaal is. Dit is te merken aan dikke enkels, bijvoorbeeld nadat u uw sokken uittrekt. Klachten die in mindere mate voorkomen zijn vergeetachtigheid, slecht slapen, minder goede concentratie en koude handen en voeten.
Wat is de invloed van voeding op je hart?
Het is goed voor uw hart om gezond te eten. Een gezond voedingspatroon, dat ervoor zorgt dat er geen tekorten aan vocht en essentiële voedingsstoffen ontstaan in het lichaam, verlaagt de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Bovendien maakt een dergelijk dieet het makkelijker om uw lichaam op een gezond gewicht te houden.
Wat is de invloed van voeding op de conditie van je bloedvaten?
Cholesterol wordt vaak aangewezen als belangrijke oorzaak voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Belangrijk is om het onderscheid te maken tussen ‘goed’ cholesterol en ‘slecht’ cholesterol (aanwezig in geoxideerd LDL).
LDL is verantwoordelijk voor het vervoer van cholesterol via het bloed naar de plaatsen in het lichaam waar cholesterol nodig is voor het herstellen van beschadigd weefsel. Een teveel aan geoxideerd LDL kan zorgen voor plak in uw bloedvaten waardoor het bloed er minder goed doorheen kan stromen. Een stukje plak (een vettige afzetting tegen de wand van uw bloedvaten) dat losschiet en in een kleine ader terecht komt in de buurt van het hart, kan leiden tot een hartinfarct. Uw voeding en maaltijden spelen een rol in de hoeveelheid cholesterol in uw bloed.
De Hartstichting geeft een aantal adviezen voor uw dagelijks voedingspatroon om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen:
- Eet onverzadigde vetten in plaats van verzadigde vetten
- Neem niet te veel zout tot u
- Eet voldoende groente en fruit
- Drink voldoende en kies voor water en thee in plaats van dranken met veel suiker
- Eet verser en minder kant- en klaar
- Neem een handje ongezouten noten per dag
- Kies voor magere en halfvolle melk en 30+ kaas
- Kies voor volkorenproducten
Belangrijk is om ervoor te zorgen dat de voeding die u tot u neemt, nooit voor een tekort in vocht en essentiële stoffen zorgt.
Advies om je hart- en bloedvaten te ontlasten
Bij een hart- en vaatziekte krijgt een patiënt vaak bepaalde medicijnen voorgeschreven om het hart en de bloedvaten te ontlasten. Ook kan de medicatie bedoeld zijn om het ontstaan van nieuwe hart- en vaatziekten te voorkomen. Vaak moeten deze medicijnen langere tijd genomen worden. In sommige gevallen moeten de medicijnen zelfs levenslang genomen worden (ook wanneer de klachten niet meer aanwezig zijn).
Een aantal voorbeelden van dergelijke medicijnen zijn antistollingsmedicijnen, cholesterolverlagers, bètablokkers en calciumblokkers. Antistollingsmedicijnen zijn bedoeld om stolling van het bloed te verminderen. Met cholesterolverlagers worden de vaatwanden beschermd en wordt het cholesterolgehalte in het bloed verlaagd. Een bètablokker zorgt voor een verlaagde hartslag en bloeddruk. Met een calciumblokker worden de spieren verslapt en worden de bloedvaten wijder.
Helaas kunnen deze middelen er niet voor zorgen dat de eerder ontstane schade hersteld wordt. Het is dan ook van belang om naast het gebruik van deze middelen goed te gaan werken en blijven werken aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen in uw lijf, want enkel dan kunnen herstelprocessen goed uitgevoerd worden in uw lijf, en kan eerder ontstane schade aan hart en bloedvaten (deels) hersteld worden.
Wenst u meer informatie over de verschillende hart- en vaatziekten en het voorkomen of verminderen hiervan? Neem contact op en wij helpen u graag verder tijdens een vrijblijvend adviesgesprek.